Steenwijkerland op weg naar een natuurinclusieve toekomst 

Steenwijkerland op weg naar een natuurinclusieve toekomst 

Chris Teurlinckx van de gemeente Steenwijkerland is ambtenaar met een groot hart voor natuur en biodiversiteit. Met de huidige tijdsgeest én een gemeentebestuur dat natuurinclusiviteit ook belangrijk vindt heeft hij de wind in de rug. “We staan samen voor de grote uitdaging onze omgeving klimaatbestendig te maken en het verlies aan biodiversiteit te stoppen. Steeds meer mensen gaan dat zien.”

Tekst: Manon van Ketwich

Chris Teurlinckx is met zijn zeventien dienstjaren bij gemeente Steenwijkerland gerust een ervaren kracht te noemen. Binnen de gemeente adviseert hij rond de thema’s groen, landschap en biodiversiteit. Sinds een jaar heeft de gemeente Steenwijkerland een ecoloog in dienst. De ecoloog brengt veel kennis in en geeft advies bij projecten en het beoordelen van vergunningaanvragen. “Het wordt steeds duidelijker dat verlies aan biodiversiteit een probleem is. Gemeenten zien die opgave en nemen maatregelen om bij te dragen aan herstel en behoud van biodiversiteit. Ook ons gemeentebestuur en de gemeentelijke organisatie vinden biodiversiteit en ecologie belangrijk. Het meenemen van natuur en ecologie wordt steeds meer onderdeel van ons werk. Het draagt bij aan een professionele organisatie die alle belangen goed afweegt.”

De gemeente begon 15 jaar geleden al met het toevoegen van natuurwaarde in Steenwijkerland. “In het beleid is toen opgenomen dat we gingen omschakelen naar ecologisch bermbeheer, een belangrijke eerste stap naar natuurinclusief inrichten en beheren. In de afgelopen tijd zijn we van 20 procent naar 98 procent ecologisch bermbeheer gegaan en dat zie je ook bij andere gemeenten.”

Hoogeverschillen en water

De waterrijke omgeving van Steenwijkerland maakt dat het gebied waar Teurlinckx werkzaam is veel uitdagingen oplevert. “Sowieso is het een hele grote gemeente qua oppervlak. Een deel ligt hoog en droog, een ander deel juist laag. Steenwijk zelf ligt op een stuwwal, waardoor er veel hoogteverschil is en water zich verzamelt op de laaggelegen plekken. Dat kan zorgen voor wateroverlast en op andere plekken juist voor verdroging. De diversiteit in het gebied zorgt ook voor veel verschillen in biodiversiteit. In Natura2000-gebieden zoals de Weerribben komen heel veel soorten voor, maar onderzoeken naar de staat van de natuur laten keer op keer zien dat de natuur onder druk staat. Behoud en herstel van biodiversiteit is een opgave die overal speelt, niet alleen in de natuurgebieden maar ook daarbuiten. Door ook in de woonwijken en het buitengebied rekening te houden met natuurwaarden kunnen we een bijdrage leveren aan het behoud en herstel van biodiversiteit.”

In zijn rol als adviseur probeert Teurlinckx zijn enthousiasme ook op zijn collega’s over te brengen. “Ik probeer ze dan zo goed mogelijk op een praktische manier te helpen. En vaak weten ze mij ook wel te vinden.” Teurlinckx snapt best dat het niet altijd makkelijk is om in projecten ruimte te maken voor biodiversiteit. “Maar ruimte maken voor het opvangen en bergen van water biedt ook weer ruimte voor groen en biodiversiteit.” 

Natuurinclusieve wijk

In het projectteam voor de ontwikkeling van de toekomstige wijk Steenwijk Zuidoost is er specifiek aandacht voor biodiversiteit, zo heeft NEST architecten een inspiratiegids opgesteld met maatregelen voor natuurinclusief bouwen, deze worden in de verder planuitwerking meegenomen. “Het plan is klaar. Helaas is er PFAS in de bodem van het gebied aangetroffen, waardoor het project vertraging oploopt. Dat is wel een tegenvaller.” Wanneer de huizen gebouwd worden zal goed zichtbaar zijn dat klimaatadaptatie en biodiversiteit echte speerpunten zijn. “In het stedenbouwkundig plan is een duidelijke groenstructuur opgenomen die aansluit op de bestaande groenstructuur rondom de wijk. Daardoor wordt het groen met elkaar verbonden. Een goed verbonden groenstructuur is voor planten en dieren belangrijk, het verbindt leefgebieden met elkaar en is voor mensen ook prettig om in te wonen. Met wadi’s vangen we de hoogteverschillen op en geven we richting aan het water. De wadi’s zelf bestaan uit bloemrijk grasland. Verder is er in het plan veel ruimte voor bomen in de wijk en wordt in en rond de huizen ruimte gegeven aan dieren zoals de gierzwaluw en de huismus. De sleedoornpage, een bijzondere vlinder, komt in de omgeving van het plangebied voor, we gaan daar bij onze beplantingskeuze rekening mee houden en willen het terug laten komen in de naamgeving van de straten die namen van vlinders gaan krijgen.”

Als het aan Teurlinckx had gelegen had de natuur nog veel meer ruimte gekregen. “Het wordt een vrij compacte wijk met 250 woningen. Met minder woningen was er meer ruimte voor biodiversiteit. Maar ik begrijp ook wel dat er een enorme bouwopgave ligt”, klinkt het realistisch. “Binnen de mogelijkheden gaan de gemeente, ontwikkelaar en de woningbouwcorporatie vanuit een gezamenlijke ambitie voor een zo klimaatadaptief en natuurinclusief mogelijke wijk.” De toegepaste systematiek zal wat Teurlinckx betreft ook op andere plekken in Steenwijkerland toegepast gaan worden. “Het geeft gewoon betere wijken en betere huizen om in te wonen.” Teurlinckx ziet in de werkwijze veel overeenkomsten met het door ODIN ontwikkelde Recept voor Randen. “In die methodiek is het heel belangrijk dat bodem en water sturend zijn bij het kiezen van de locatie om te bouwen. We letten er wel op, maar het mag nog wat sterker terugkomen.”

Wanneer is het genoeg?

Ondanks dat de natuurinclusieve leefomgeving en het versterken van de biodiversiteit een prioriteit is van iedereen bij de gemeente kan Teurlinckx niet achterover leunen. “Samen met onze ecoloog en groenbeheerders letten we goed op dat ecologie en biodiversiteit een plek krijgen in onze plannen. We zetten ons in om te voorkomen dat het wordt vergeten of te weinig aandacht krijgt. Wat altijd onderwerp van gesprek blijft is de vraag wanneer er voldoende rekening is gehouden met de ecologie en biodiversiteit. Ik merk dat er verschil is in opvatting over wat nodig is om de biodiversiteit te behouden en te versterken.”

Een andere uitdaging voor Teurlinckx is het meenemen van de bewoners bij de keuzes die gemaakt worden. Want een natuurinclusieve omgeving betekent soms ook dat een perk of veldje in de beleving van de bewoner er wat rommelig uit kan zien. “Dat vindt niet iedereen fijn. ‘Het moet wel netties wezen’, zeggen ze dan. Maar ja, dat is niet zo goed voor de natuur. We zoeken naar een goede balans, voldoende maat en schaal is nodig om het openbaar groen op een acceptabele wijze ecologisch te beheren. Dat zijn vooral de grotere groenstructuren, daar geeft het een acceptabel beeld en behalen we resultaten.”

Ambities

Er is al veel bereikt in de zeventien jaar dat Teurlinckx in Steenwijkerland werkzaam is. “In het verleden werd groenbeheer vaak gezien als kostenpost. Dat is veranderd de afgelopen jaren. Groen heeft betekenis voor het welzijn van mensen en behoud van biodiversiteit. We herkennen en erkennen die waarden steeds meer. De laatste paar jaren is er meer aandacht gekomen voor de gebruiks-, natuur- en belevingswaarde van het groen in de gemeente. Ik ben trots op het groen in de gemeente Steenwijkerland en de impuls die we het de afgelopen jaren met elkaar hebben gegeven. Op rotondes, buurtparkjes en parken zijn er veel bloeiende perken, dat is prachtig en past goed bij onze gemeente die door veel toeristen en recreanten wordt bezocht.” Teurlinckx heeft nog meer dan genoeg ambitie voor de toekomst. “Het verbeteren van de ecologische omstandigheden door goed verbonden groen en water kan ons veel brengen. We zijn daarmee beter voorbereid op klimaatextremen als droogte, hitte en wateroverlast. Het kan ook hele mooie effecten hebben, zo zien we in de zomer soms een otter in onze stadsgracht zwemmen. Wat zou het mooi zijn als die er permanent zou kunnen leven. Dat vraagt echter nog wel het nodige in de inrichting, het water is nu nog niet echt goed verbonden waardoor de otter nu veel moet overstekken met alle risico’s van dien. Ook heeft de otter plekken nodig waar geschuild kan worden, in het riet of onder een wilgenbosje, die zijn er nu niet. Er is dus nog veel werk te verzetten willen we naar een natuurinclusieve gemeente. We blijven met elkaar werken aan een natuurinclusieve gemeente met ruimte voor mens, plant en dier. Een plek die is bestand tegen de effecten van klimaatverandering, een gezonde leefomgeving die bijdraagt aan het welzijn van al onze inwoners en bezoekers van onze gemeente. Natuurinclusief werken moet in het DNA van iedereen komen, zodat ook volgende generaties kunnen genieten van een groene omgeving met een verscheidenheid aan inheemse plant- en diersoorten.”

 

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven