Overijssel loopt voor met Actieprogramma Toekomstbestendig Bouwen

Met de grote woningbouwopgave die er ligt is het wel zo verstandig om dat zo goed mogelijk uit te voeren. Met aandacht voor andere opgaven als circulariteit, biodiversiteit, klimaat en energie. Met het Actieprogramma Toekomstbestendig Bouwen geeft provincie Overijssel een flinke duw in de goede richting.

Tekst: Manon van Ketwich 

Bij het ontwikkelen van een Actieprogramma Toekomstbestendig Bouwen hangt uiteraard de vraag boven de markt: wat is precies toekomstbestendig bouwen. Nico de Boer, beleidsmedewerker stedelijk gebied bij provincie Overijssel en één van de trekkers van het Actieprogramma, hoefde gelukkig niet helemaal bij het begin te beginnen. “We waren al met een aantal onderwerpen aan de slag, bijvoorbeeld circulair en natuurinclusief bouwen, er gebeurde al veel. Daarnaast hadden we eerder al de Woondeals afgesloten, waarin behalve afspraken over de aantallen ook al het een en ander stond over toekomstbestendigheid. Dat alles hebben we samen met een uitgebreide expertisegroep verder vormgegeven.”

6 thema’s

Het resulteerde in de vaststelling van zes thema’s: circulair/ biobased, energie, collectief, natuurinclusief, klimaatadaptief en waterbewust. Het thema collectief is dwarsdoorsnijdend in het hele programma. “Het is mooi dat dit thema erin zit, want het raakt ook de sociale kant. Bij de andere thema’s loop je een beetje het risico om je vooral te richten op de harde kant van bouwen, maar in het thema collectief zit ook de zachte kant. Het zoekt de verbinding met opgaven die in de leefomgeving spelen zoals gezondheid en welzijn, wat een rode draad is in de Omgevingsvisie van de provincie.

Versnippering voorkomen

Het Actieprogramma is vanuit de provincie geïnitieerd maar is wat De Boer betreft echt het product van de samenwerking in de expertisegroep. Daarin zaten onder meer gemeenten, marktpartijen, een woningcorporatie en een Waterschap. Verder is voor de inhoud gebruik gemaakt van wat er vanuit landelijke initiatieven al is ontwikkeld uit samenwerkingsverbanden als het Collectief Natuurinclusief en Citydeal Circulair en Conceptueel Bouwen. “Wij bouwen geen huizen, gemeenten ook niet. Maar we hebben elkaar wel nodig om tot daadwerkelijke realisatie van woningen te komen. En we hebben bewust de verbinding gezocht met wat er landelijk speelt, heel veel uit het Actieprogramma is dus landelijk toepasbaar. Dat is omdat we geen versnippering van standaarden en kwaliteitseisen willen. Landelijk gezien zijn we nog niet zo ver dat toekomstbestendig bouwen al heel erg is vastgelegd in standaarden, wij lopen als provincie met dit programma voor. Maar uiteindelijk wil je ook niet dat overal andere standaarden gaan.

Regelgeving

Het Actieprogramma is nadrukkelijk geen juridisch instrument waarmee toekomstbestendig bouwen een verplichting wordt. “Dat was ook niet de wens. Je kunt niet alle waarden kwantificeren en daarnaast kan je in de knel komen met lopende projecten. Liever werken we van onderop en helpen we elkaar. We geven inspiratie en handvatten om toekomstbestendig bouwen zo vroeg mogelijk in het proces mee te nemen, dan is de meeste winst te behalen. In het Kader Woningbouw is toekomstbestendig bouwen ook meegenomen.” Ondanks het toch wat vrijblijvende karakter van het Actieprogramma is De Boer positief over de impact die het Actieprogramma zal hebben. “Vooral omdat we veel blijven samenwerken en we op meerdere manieren ruchtbaarheid geven aan het Actieprogramma. Daarnaast zullen we ondersteuning en expertise bieden aan partijen die dat nodig hebben.

Sleutelrol voor opdrachtgever

Alle hulp is welkom, want de meeste stakeholders hebben niets tegen op toekomstbestendig bouwen, maar toch komt het op grote schaal nog niet helemaal van de grond, deels doordat de regelgeving daar niet toe motiveert. “Het wettelijk minimum is niet toekomstbestendig”, geeft De Boer toe. “Een van de sleutels ligt wat mij betreft bij de opdrachtgevers en daar richten we ons met onze ondersteuning ook heel erg op. Vanuit het netwerk horen we vaak dat de opdrachtgever een belangrijke rol heeft. Door in de uitvraag bepaalde eisen te stellen, daag je de markt uit om met goede oplossingen te komen. Partijen die nog niet zo ver zijn worden op die manier gestimuleerd om zich verder te ontwikkelen.” Toch blijft dit spel een kip-eiverhaal, weet De Boer. “Het gaat heel sterk over vraag en aanbod. Agrariërs gaan niet heel veel experimenteren met het verbouwen van biobased materialen omdat de vraag nog niet hoog is. En opdrachtgevers vragen nog niet zo veel uit, omdat het aanbod klein en dus duur is. Als we hier kunnen opschalen wordt het meteen betaalbaarder om toekomstbestendig te bouwen.” Het Actieprogramma werd in april tijdens een bijeenkomst van de expertisegroep afgerond, maar dat betekent niet dat het daarmee klaar is. “Er zullen op thema’s nieuwe inzichten en standaarden komen, dus wanneer daar aanleiding voor is zullen we het Actieprogramma actualiseren. Verder ben ik blij dat er bij de expertisegroep heel veel enthousiasme is om een vervolg te geven aan de plannen en dat ze het Actieprogramma een stap verder willen brengen door er samen de schouders onder te zetten.”

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven