In heel Overijssel maken betrokken bewoners de buurt samen groener, gezonder en prettiger. Groene Loper Overijssel stimuleert, verbindt en versterkt deze buurtinitiatieven. Samenwerkende partners binnen Groene Loper Overijssel zijn provincie Overijssel, Natuur en Milieu Overijssel en IVN Overijssel. In Deventer wordt de Groene Loper uitgevoerd door Stichting Ulebelt. Estella Franssen is daar projectmanager van het expertiseteam en vertelt over wat zij en haar collega’s allemaal doen om Deventer groener en biodiverser te maken.
Tekst: Manon van Ketwich
Wie in Deventer een groen initiatief wil starten komt bijna automatisch bij de Ulebelt terecht. “We hebben een enorm netwerk aan formele en informele organisaties. Die kennen we niet alleen vanuit de Groene Loper. We doen ook andere projecten waarbij we doelstellingen van bijvoorbeeld de gemeente op het gebied van klimaatadaptatie in de praktijk brengen. Met het budget dat we vanuit de provincie Overijssel en de gemeenten Deventer en Olst-Wijhe voor de Groene Loper krijgen, coördineren en ondersteunen we activiteiten.” Dat kan zijn in de vorm van meedenkhulp, advies over aan te vragen fondsen, PR of het betrekken van buurtgenoten.
Voordelen van groen zijn universeel
Franssen ziet de laatste paar jaar duidelijk een toename in het aantal initiatieven. “De mensen gaan steeds beter snappen wat groen oplevert, ze zien er steeds meer de waarde van in. En als er iets gebeurt in de ene buurt, wil men dat vaak ook in de eigen buurt. De voordelen van groen zijn heel groot en universeel, zo heeft het een verbindend effect. We zien vaak bij groene initiatieven dat buurtbewoners elkaar echt voor het eerst ontmoeten en dat ze het leuk vinden om samen aan het gemeenschappelijk belang te werken.” Uiteraard loopt niet altijd iedereen de polonaise wanneer een groen initiatief wordt gestart. “We zien heel vaak dezelfde beweging”, stelt Franssen. “Een groep koplopers met donkergroene vingers, een grote groep daarachter die best wel eens wat wil doen en een groepje dat veronderstelde of echte bezwaren heeft. Stel dat iemand zich zorgen maakt over het uitzicht vanuit de keuken omdat het plan is om er bomen neer te zetten, dan gaan we echt bij die persoon in de keuken staan om te bepalen hoe we het dan wel kunnen aanpakken.” Hoewel elk initiatief dus maatwerk vergt, is het volgens Franssen wel goed te doen. “Het vergt van de Ulebelt een kortdurende inspanning. We helpen bij het in gang zetten van een initiatief en maken ruimte voor ieders expertise.”
Groene tuin kan intimiderend zijn
Er gebeurt veel in Deventer, de initiatieven zijn echter niet helemaal evenredig verdeeld over de stad. Dat heeft verschillende redenen. “Het kan zijn dat mensen in hun eigen omgeving al tevreden genoeg zijn omdat ze bijvoorbeeld een grote tuin hebben. Of dat ze juist hun kennis graag ergens voor mensen in de buurt inzetten. In versteende wijken horen we regelmatig dat iemand z’n eigen tuin heeft bestraat omdat hij geen verstand heeft van groen. Vaak willen deze mensen best meedoen met een groen initiatief, maar dan wel als iemand anders het voortouw neemt. Een groene tuin kan best intimiderend zijn, bijvoorbeeld omdat je je van huis uit geen kennis hebt meegekregen, of omdat iemand zich fysiek niet in staat voelt om een tuin te onderhouden. Het is een misverstand dat mensen in versteende wijken geen behoefte hebben aan groen, die is juist schreeuwend groot! Organisaties als Straatboer en Struikrovers kunnen ook een belangrijke rol spelen bij dit soort groepen. “Als zij ook een plek krijgen op de Ulebelt wordt dat echt een gouden combinatie. Wij hebben het netwerk, zij de handjes.”
Bij de Ulebelt komt alles bij elkaar
De ontwikkelingen op het gebied van klimaat en hittestress maakt dat groene initiatieven ook in Deventer steeds meer voet aan de grond krijgen. “Op dit moment hebben we het vooral over waar al het water heen moet”, doelt ze op de overvloedige regenval in juni. Maar hittestress wordt ook steeds belangrijker. De gemeente noemt dat koppelkansen, wij doen dat al jaren. Het is logisch dat we dit soort zaken aan elkaar verbinden en hier bij de Ulebelt komt alles bij elkaar.” Zeker in een versteende oude binnenstad als die van Deventer, waar ook Monumentenzorg en Citymarketing iets over te zeggen heeft, is hittestress een uitdaging. Franssen ziet veel mogelijkheden voor geveltuinen, maar dat is in de praktijk lastig. “De straat is van de gemeente, de gevel van een particulier of andere organisatie. De planten gaan op straat de grond in, maar groeien tegen de gevel van iemand anders aan. Wie bepaalt de keuze van de planten, wie onderhoudt het, wie gaat er over de kozijnen. Het duurt allemaal soms heel lang, tegen de tijd dat je eruit bent woont er weer iemand anders in het pand”, verzucht ze.