De natuurinclusieve missie van Bauke de Vries

De natuurinclusieve missie van Bauke de Vries

De transitie naar een natuurinclusieve, duurzame en klimaatbestendige leefomgeving is niet van vandaag op morgen realiteit. Het is een kwestie van de lange adem. Het is dan ook cruciaal dat de professionals van de toekomst de juiste tools en kennis krijgen om in hun werkzame leven mee aan de slag te gaan. Bauke de Vries probeert zijn studenten op het Saxion al meer dan 30 jaar van de waarde en betekenis van de natuur te doordringen. “We realiseren ons steeds meer hoe belangrijk dat is.”

Tekst: Manon van Ketwich

Op de laatste editie van Congres Natuurlijk was Bauke de Vries een van vijf winnaars van het Natuur voor Elkaar-speldje, dat voor het eerst werd uitgereikt aan mensen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de natuurinclusieve leefomgeving. Een bekroning op zijn werk, noemt De Vries het zelf. Al meer dan dertig jaar is hij verbonden aan Saxion Hogeschool in Deventer. Tegenwoordig als docent bij de opleiding Klimaat en Management én als onderzoeker binnen het lectoraat Sustainable Areas and Soil Transitions. Voordat De Vries in 1991 bij Saxion kwam te werken rondde hij een studie Biologie en Milieukunde af in Groningen en werkte hij een tijdje bij IVN. Het groene DNA kreeg hij met de paplepel ingegoten. “Mijn vader was biologieleraar. We trokken er vroeger veel op uit, ik zat ook bij de Vogelwacht in Friesland. Natuur was toen al prominent aanwezig in mijn leven.”

Landje van Niets

Die trend zette altijd door, niet alleen op professioneel vlak. De Vries was een van de initiatiefnemers van het Landje van Niets in Deventer, een voormalige paardenweide. “We ontwikkelden dit met de buurt tot een ecologische verbindingszone. Naast dat dit een enorm positief effect heeft gehad op de biodiversiteit heeft het de binding met de buurt ook heel erg verbeterd.”

In de 30 jaar die De Vries bij Saxion werkt heeft hij de aandacht voor groen en milieu zien opleven, verslappen en weer zien toenemen. “Toen ik begon in 1991 was er een soort milieuhausse gaande. Er was veel aandacht voor het onderwerp, er werden nationale milieubeleidsplannen ontwikkeld, kortom, een positieve vibe. Later zakte dat weg, zeker toen natuurbeleid onder Bleker werd afgezwakt en bij gemeenten en provincies werd neergelegd. De samenleving was bovendien bezig met andere dingen. De laatste tijd zie ik juist dat duurzaamheid weer meer aandacht krijgt en dat het onderwerp zich verbreedt. Duurzaamheid is niet meer alleen iets voor de hobbyisten, het wordt juist verder geïnternaliseerd. Studenten planologie en stedenbouwkunde zijn er nu ook mee bezig, het is veel vanzelfsprekender.”

Strijd om de ruimte

Duurzaamheid in het algemeen krijgt dus steeds meer aandacht. Hoe zit dat met de natuurinclusieve leefomgeving? “De term bestaat nog niet zo lang, maar zelf ben ik er al wel lang mee bezig. Toen ik begon bij Saxion gaven we de cursus gemeentelijk groenbeleid. Toen al hadden we aandacht voor ecologie. Het is dus niet iets van de laatste jaren, hoewel het besef er steeds meer komt hoe belangrijk een natuurinclusieve leefomgeving is. Tegelijkertijd is  er ook een enorme strijd om te ruimte gaande. Dus aan de ene kant is er de wil om een natuurinclusieve omgeving te creëren, maar aan de andere kant moet er echt voor geknokt worden en zit er druk op de ketel.” Het helpt dat studenten over het algemeen een positieve kijk op de toekomst hebben. “Er zijn erbij die echt wel last hebben van klimaatstress, maar over het algemeen hebben ze hoop op een goede toekomst, denken ze vrij met een positieve insteek. Ik probeer ze het systeemdenken mee te geven, het denken in verbanden. Alles hangt met elkaar samen, het gaat over schaalniveaus. Dat is best lastig en ik probeer ze daarmee te helpen.” Het contact met zijn studenten houdt De Vries ook scherp vindt hij. “Het leukste aan het vak is het contact met deze jonge mensen en het feit dat ze op een andere manier tegen vraagstukken aan kijken.”

Landbouw

Uiteraard heeft De Vries zelf ook ideeën bij hoe de transitie naar een natuurinclusieve leefomgeving eruit zou kunnen zien. “Een van de sleutels ligt wel in de landbouw.” Momenteel doet De Vries samen met collega’s van andere hogescholen onderzoek naar klimaatrobuuste landbouw in beeklandschappen. “De helft van de grond in Nederland is voor landbouw. Soms gaat dat samen met een goede biodiversiteit, maar we zien ook vaak dat landbouw juist een negatieve impact heeft, dus we moeten naar een andere manier toe. Bovendien denk ik dat ons kleine landje niet per se de op een na grootste exporteur van landbouwproducten hoeft te zijn. Er is wat mij betreft dus een transitie nodig, zodat er mee ruimte voor natuur komt, voor extensieve recreatie en voor schoon water. De landbouw kan bijdragen aan die transitie, daar zijn volop kansen voor.” De mening van De Vries is niet per se die van zijn studenten, weet hij zelf ook heel goed. “Ik hoef ze zeker niet politiek te overtuigen, maar kan ze wel vertellen hoe dingen in elkaar zitten. Wat het belang van biodiversiteit is, welke regels er gelden en waarom men zich zo druk maakt over stikstofbeleid. Binnen de opleidingen waar ik bij betrokken ben vind je geen echte hardliners, de studenten kiezen niet voor niets deze richting. Wel heb ik studenten met een agrarische achtergrond en die vertellen dan ook wel hoe het voor hun is en ze denken na over hoe ze het boerenbedrijf kunnen vernieuwen. Het gesprek vindt dus zeker plaats.”

Nalatenschap

Met zijn 62 jaar is De Vries nog niet aan zijn pensioen toe, hoewel het wel opschiet. Hij is actief bezig met het vormgeven van zijn toekomst. Zo staat een verhuizing naar het platteland op stapel. “Nu wonen we nog bij Deventer, maar we hebben al lang de droom om een huis met veel ruimte eromheen te hebben. Samen met vrienden hebben we nu een huis gekocht met 1,5 hectare grond erbij. Het Landje van Niets kunnen we nu nog een keer doen, maar dan voor onszelf. Natuurinclusief wordt het zeker. De basis ligt er al, we willen het verder versterken.” Het is duidelijk, De Vries gaat nog lang niet achter de geraniums zitten, ook niet op professioneel gebied. “Ik wil nog lang bezig blijven met dit soort vraagstukken, op eigen erf en daarbuiten. Misschien dat ik na mijn carrière in het onderwijs nog een paar jaar als zzp’er aan de slag wil. Nog intensiever dan nu aan de slag gaan met de transitie naar een klimaatadaptieve en natuurinclusieve leefomgeving, met de voeten in de klei.”

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven