Ja, natuurinclusief bouwen is beter voor de biodiversiteit. Lang niet iedereen weet echter precies wat dat is. Of vindt het belangrijk. Gelukkig heeft natuurinclusief bouwen nog veel meer voordelen. Elwin de Vink van Donker Design legt uit welke het zijn.
Bij projectontwikkelaars en bouwers leeft het onderwerp natuurinclusief bouwen steeds meer, vindt Elwin de Vink. Hij is manager business development duurzame leefomgeving bij Donker Groep, een organisatie die jaarlijks honderden projecten in de groene binnen- en buitenruimte ontwerpt, realiseert en onderhoudt. “Enerzijds zien we een toename in het aantal projecten waar het wordt gevraagd. Waar het eerst redelijk vrijblijvend was, wordt natuurinclusief bouwen nu meer afgedwongen door de overheid. Maar we zien ook dat bouwers als Heijmans en koplopers als Onno Dwars van Ballast Nedam aantonen dat je in die positie echt impact kunt maken. We zien dus een positieve verandering. Er is echter een enorm gebrek aan kennis, onder meer bij architecten en bouwers waardoor kansen gemist worden. Er wordt een groot beroep gedaan op de kennis van een beperkt aantal bureaus die zelf ook nog aan het ontdekken zijn hoe natuurinclusiviteit zo effectief mogelijk toe te passen in allerlei projecten. Van woonwijk tot viaduct. Hoe dan ook denk ik dat natuurinclusief bouwen een blijvend integraal onderdeel gaat zijn van onze projecten.”
Niet alleen egels en huismussen
Daarvoor is echter nog een grote stap te zetten, weet De Vink. “Uit onderzoek blijkt dat 3 op de 5 mensen niet weet wat biodiversiteit is, die moet je dus eerst uitleggen waar het over gaat. Dat het niet alleen gaat om de egel of huismus, maar ook over korstmossen en schimmels. En dat het niet even een nestkastje ophangen is, maar dat je moet kijken naar veel meer randvoorwaarden waar een soort behoefte aan heeft voordat deze daar zal nestelen. Dat er momenteel wereldwijd miljoenen soorten per jaar verdwijnen. En dat in Nederland alleen de helft aan soorten is verdwenen in de afgelopen 30 jaar.
Afstand tussen mens en natuur
Voor wie weinig verstand heeft van biodiversiteit of er weinig belang aan hecht, kan het goed zijn om ook de andere voordelen van natuurinclusief bouwen te benadrukken. En die zijn er genoeg, weet De Vink. “Een groene gevel of een groen dak schelen in de energiekosten want ze werken verkoelend. Wadi’s kunnen helpen om water op te vangen bij piekbuien. Dan doe je aan klimaatadaptatie, maar je creëert tegelijkertijd een plek voor allerlei beestjes en planten. Echt gras werkt verkoelend en biedt tegelijkertijd plaats voor heel veel soorten, terwijl kunstgras juist de doodsteek is voor heel veel insecten en vogels. Heel veel mensen weten dit totaal niet, de afstand tussen de mens en de natuur is heel erg groot geworden. Het werkt echter niet om natuurinclusief bouwen dan maar af te dwingen met lijstjes. Je zult breder moeten kijken, denken in (eco)systemen en biotopen en in plaats van op zichzelf staande elementen zonder context met de omgeving.
Vastgoedwaarde
Het kan helpen om te kijken wat natuurinclusief bouwen nog meer kan opleveren dan alleen het bereiken van een hogere biodiversiteit. “Meer groen verhoogt de vastgoedwaarde”, begint De Vink. “En het draagt bij aan wateropvang. Groen is een oplossing voor heel veel maatschappelijke uitdagingen zonder dat het doel meteen natuurinclusief bouwen hoeft te zijn. Het levert gewoon geld op. Woningen in de buurt van het Vondelpark zijn duurder dan woningen die iets verder weg staan. De verwachting is dat de waarde van huizen op niet-groene plekken zal verminderen, omdat die meer wateroverlast en hittestress zullen gaan ervaren. Als je een straat met groen anders inricht, kun je dat voorkomen.”
Hoewel bovenstaande bewezen is in diverse onderzoeken is het op deze wijze aanvliegen van een project heel erg afhankelijk van de persoon die je voor je hebt, vindt De Vink. “Projectontwikkelaars hebben vaak geen voordeel bij een hogere vastgoedwaarde, hij verkoopt de woningen immers aan een beherende partij. Die partij wordt op zijn beurt opgezadeld met dingen waar hij geen invloed op heeft.
Prestatiecontract
Bij natuurinclusief bouwen moet worden voorkomen dat het blijft bij het afvinken van een lijstje eisen zonder duidelijk is of het beoogde doel wordt bereikt. “Aangezien de natuurontwikkeling een dynamisch proces is pleit ik daarom voor prestatiecontracten, waarin wordt vastgelegd waar het project op termijn aan moet voldoen en wat het moet opleveren. Te denken valt onder meer aan het kwalitatief meten van groen of het monitoren van een toename van een bepaalde soort. Op die manier bouw je een succesfactor in”, stelt De Vink. Als de verantwoordelijke partij niet voldoet aan de gestelde doelen in het prestatiecontract, volgt een boete. De stok dus, en niet de wortel? “Ik ben wat sceptisch over de kracht van goede wil. Ontwikkelaars hebben geen direct belang bij natuurinclusief bouwen. Bovendien ligt er voor hen al een waanzinnig eisenpakket waar aan moet worden voldaan. Je zult het mijn inziens dus moeten borgen met sancties. Of dat dé oplossing is, weet ik niet.”
Wat De Vink betreft zou de overheid (nog) meer regie moet nemen voor wat betreft natuurinclusief bouwen. “Biodiversiteit heeft een te groot maatschappelijk belang om dat bij de markt of particulieren neer te leggen. Je kunt dat niet terugvoeren op een individu.”